Blue Monday filmavond (verslag)

Blue Monday, verslag van het bezoek van Chester, Joyce en Jerry.

25 April jongstleden was er bij de Brouwerij een vertoning van Blue Monday: In deze documentaire van Ingrid Kamerling gaan drie jonge mensen op zoek naar de waarheden achter hun psychotische belevingen. We keken samen met de drie hoofdpersonen naar de film en bespraken daarna de film en de vragen die het opriep bij de kijkers.

Hieronder wat notities n.a.v. deze nabespreking. 

Chester vertelde hoe hij nog steeds moeite heeft om te accepteren dat hij psychosegevoelig is, maar ook dat hij luchtiger in het leven staat, meer kan doorpakken. Hij slikt nog wel medicatie. Zijn psychoses hebben hem telkens veel schade berokkend en pas achteraf realiseert hij zich dan wat er allemaal gebeurd is. Zo vertelde hij dat hij in een psychose heel druk was en mensen om zich heen uitschold, en dat hem dat op dat moment juist het goede leek om te doen. Ook worstelt hij nog steeds met de juridische nasleep omdat hij een vriend belaagd heeft, wat tot een rechtszaak leidde. De gevolgen van psychoses zijn voor hem zeker in sociaal opzicht heel zwaar geweest en hij maakt zich nu sterk om meer begrip te krijgen hiervoor en het stigma van psychosegevoelige mensen ter discussie te stellen.

Joyce gebruikt geen medicatie meer en is anders gaan kijken naar haar psychose. Ze heeft nu haar nieuwe spirituele naam Aya aangenomen en verdiept zich in yoga en filosofie. Ze kijkt onderzoekend naar wat de psychose met haar gedaan heeft en stelt zich vragen: Wat is trauma, wat huist er van binnen, wat is de bron van wat je bent. Ze beschrijft hoe het voelde alsof ze alle geheugen verloren was, met hulp van een sjamaan heeft ze een transformatie kunnen doormaken en kwamen herinnering uit voorgaande levens weer terug.

Jerry heeft een boek geschreven en is sinds de documentaire uitkwam gestopt met roken. Hij wil zijn psychosegevoeligheid zeker niet romantiseren, maar het heeft hem ook wat gebracht. Uiteindelijk heeft hij er zijn biologische vader door gevonden. Hij geeft inmiddels onderwijs aan hulpverleners over psychose. Want de psychologie ‘heeft de zwaartekracht’ nog niet uitgevonden: veel natuurwetten kennen we nog niet. Uiteindelijk zijn we allemaal kuddedieren en ben je als individu kwetsbaar. Hij ziet mensen met een psychose als een soort ‘kanaries in de mijn’ die gevoeliger zijn dan de rest en een waarschuwing zijn voor de hele groep.

In de vragensessie die volgde ontstond een levendig gesprek dat ruimte bood voor vragen en interactie. Aya kijkt terug op haar opname in de kliniek als de donkerste periode in haar leven, ‘een kille omgeving, één en al wanhoop’. Chester die ooit al eens aan euthanasie dacht, is nu veel positiever: ‘het licht aan het eind van de tunnel is er’. Voor Jerry is de psychose vooral iets wat hem geleerd heeft over zijn eigen angsten. Ze benadrukken alle drie het positieve nu: dat als je de bodem geraakt hebt, je uiteindelijk alleen maar naar boven kunt. Dat natuur (wandelen, zwemmen), meditatie en lichaamsbewustzijn helend kan werken. En hoe belangrijk ‘werk, woning & wederhelft’ is voor structuur en stabiliteit. Er is wel uitsluiting van mensen die psychosegevoelig zijn, als het gaat om werk en inkomenskansen. Daar is nog veel te doen, zegt Chester. Jerry benadrukt dat acceptatie bij jezelf begint. Aya besloot de avond met haar gedicht ‘Vruchtbare Wind’.

(Frank Steverink, 13 mei ’22)